Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En mijn hand heeft gevonden het [52]vermogen der volken, [53]als een nest, en [54]ik heb het ganse aardrijk samengeraapt, gelijk men de eieren die verlaten zijn, samenraapt; en er is niemand geweest, [55]die een vleugel verroerde, of [56]den bek opendeed, of [57]piepte. 52. Of, de macht, dat is den rijkdom. 53. Dat is, als vogels op de eieren in hun nest. 54. Alsof hij zeide: Ik heb al hunne goederen en rijkdommen in mijne schatkamers gebracht. 55. Te weten om te vluchten, of om mij tegenstand te doen. Alsof hij zeide: Zij zijn van mij zo verschrikt geweest, dat zij zich tegen mij niet repten noch roerden. 56. Of, den mond opende. 57. Of, kirde, schaterde, kikte, te weten om ergens hulp te gaan zoeken, of om aan iemand over mij te klagen.